
De liefdesoorlog van mijn ouders, zoals de ondertitel luidt. Het is wel het meest persoonlijke verhaal van Frénk van der Linden, waarin hij terugkijkt op zijn jeugd door middel van brieven aan zijn inmiddels overleden ouders.
Op indringende wijze toont hij hoe het verleden, je jeugd, altijd aan de oppervlakte blijft, hoe je er je hele leven mee bezig blijft. En hoe je je hele leven, onbewust of niet, alsmaar in contact blijft met je overleden ouders, hoe dan ook.
Het trof me dat de auteur exact tien dagen jonger is dan ikzelf en dus in precies dezelfde tijd leeft als ik. Onwillekeurig ga ik vergelijken. Wat deed ik zelf toen, op twaalfjarige leeftijd? Hoe was de situatie bij ons thuis?
ZIE MIJ, ALSJEBLIEFT – IK BEN WEL DEGELIJK DE MOEITE WAARD. (…) CONNIE PALMEN DUIDDE HET EENS MOOI IN EEN INTERVIEW: ‘ELK TALENT WORDT ONTWIKKELD OM EEN GEBREK TE COMPENSEREN
En altijd maar verlangen is een prachtig geschreven, eerlijk, altijd respectvol, vaak ontroerend relaas over de relatie tussen ouders en tussen ouders en een kind dat 30 jaar onverminderd pogingen gedaan heeft om hen weer on speaking terms te krijgen, over hoe het kan lopen als er geen werkelijke communicatie mogelijk is.
ZOALS JULLIE TIJDENS DIE TWAALF HUWELIJKSJAREN ALLEBEI VERLANGDEN NAAR MÉÉR, NAAR EEN BETERE TOEKOMST, VERLANGDEN JULLIE INMIDDELS TERUG NAAR WAT WAS GEWEEST. VERLANGEN, VERLANGEN, EN ALTIJD MAAR VERLANGEN.
En altijd maar verlangen. Een titel die slaat op de relatie tussen de ouders, maar evengoed op die tussen het kind en de ouders. Als kind wil je niets anders dan dat je ouders het goed met elkaar (blijven) hebben.
Schitterend.
Luitingh-Sijthoff bv, 2021
210 pagina’s