Het valse seizoen – Christiaan Weijts

Our Score

Wat een geweldig boek is dit. Het is voor mij een eerste kennismaking met deze auteur, en wel een heel aangename. Het trok mij in eerste instantie aan door de mooie rode omslag, met vogeltjes op een op zijn kant staande cello. Maar vooral de inhoud heeft me buitengewoon verrast.
Weijts heeft kennis van zaken als het over muziek gaat. Hij weet waar hij over schrijft, tot in het diepste detail. En doet dat ook nog eens in een prachtig taalgebruik. 

Er zijn in dit verhaal drie vertellers, die beurtelings aangegeven worden door een muzieksleutel. Deze sleutels is bepaald door het instrument dat zij bespelen. Camiel als violist heeft de vioolsleutel, ook g-sleutel genoemd, Nadège de c-sleutel die voor een altviolist midden op de notenbalk staat, en Pablo de bas- of f-sleutel. Hij is ouder dan de andere twee, ooit een bekend cellist en componist, maar nu moet of meer aan lager wal geraakt. 

De drie schrijven brieven aan elkaar, met de sleutel boven elk epistel geeft Weijts aan wie de schrijver is. Het wordt aan ons als lezerovergelaten om te bepalen aan wie ze brieven gericht zijn, want aanhef en ondertekening ontbreken. Camiel is een beetje een centrale figuur, omdat hij als enige aan de beide anderen schrijft.

Op knappe wijze is de auteur erin geslaagd om ze allerdiepste een geheel eigen stijl mee te geven, overeenstemmend met hun karakter. Hij schrijft als een rollercaoster, en dan weer contemplatief. Zo zijn de stukken van de nogal saaie Camiel heel lang, terwijl Nadèges berichten kort zijn, vurig, ongrijpbaar en cryptisch. Pablo’s cynische epistels staan bol van maatschappijkritiek, hij wordt gaandeweg steeds grover. 

Het boek is ingedeeld in vier delen, inclusief tempoaanduidingen. Het heeft de vorm van strijkkwartet of een symfonie. Tussen de delen door is ruimte gemaakt voor citaten uit de literatuur en poëzie, wat het verhaal nog meer diepgang geeft.
Strijkkwartetten hebben dan ook een belangrijke rol in het boek, dat kan bijna niet anders met drie strijkers als protagonisten. Maar in feite vormen deze drie helemaal geen kwartet met elkaar. Dat verwarde mij in het begin ook wel, omdat Camiel schrijft over zijn werk in een strijkkwartet.  Maar dat doet hij met andere musici, andere namen, niet met Nadège en Pablo. Er is dus niet een missende vierde in het spel.

Weijts houdt het verhaal heel actueel, MH17, Charlie Hebdo, ISIS, de replica van de Titanic, het is er allemaal in verweven. Roem en teloorgang, valse nostalgie en valse sentimenten zijn thema’s waar Nadège en Pablo zich erg mee bezighouden. Centrale vraag in dit boek is dan ook: wat is echt, en wat niet? Doet een replica, of een herhaling, hetzelfde met je als het origineel?

Weijts komt heel diep in het wezen van musici. Trefzeker laat hij zien wat muziek met hen doet en dat doet hij op weergaloze wijze, van binnenuit. Daarnaast beschikt hij over een enorme feitenkennis over componisten, strijkkwartetten en instrumenten. 

Vanaf het derde deel verandert de sfeer een beetje, door de iets andere , iets hardere schijfstijl. De toon wordt anders en dat blijft doorgaan tot aan de verrassende ontknoping, waar overigens wel nog wat verhaallijntjes open blijven liggen. Stof om over na te denken! 
Prachtig. 

De Arbeiderspers 2018
456 pagina

(Visited 4 times, 1 visits today)