Een paar jaar geleden heb ik al met dit boek in mijn handen gestaan, maar heb het nooit meegenomen, huiverig als ik toch wel ben bij tweede boeken na een geslaagd debuut. Ik had In een donker, donker bos gelezen, het debuut van Ruth Ware, waar ik heel enthousiast over was.
Echter, het thema van De vrouw in suite 10 sprak me aan. Bovendien ben ik ook fan van Agatha Christie en het scheen een verhaal te zijn in haar stijl. Dus.
Wat een fijn boek weer van deze schrijfster. Indertijd heb ik de Dina-trilogie gelezen en deze boeken hebben enorme indruk op me gemaakt. Ze zijn me altijd bijgebleven. In dit vijftien jaar daarna verschenen vierde deel neemt Wassmo je weer helemaal mee, rechtstreeks het rauwe, zware leven op het 19e-eeuwse Noord-Noorse platteland in. Ik voelde het, ik rook het bijna en ik zag het helemaal voor me door haar levensechte en indringende schrijfstijl, in redelijk korte hoofdstukken die – en dat zie je niet vaak – allemaal een volledige zin als titel hebben. Het prachtige, desolate, ijskoude landschap, de enorme ontberingen en het harde leven, het komt regelrecht bij me binnen. De sterke Dina, die als vrouw haar eigenzinnige weg gaat en grote geheimen heeft. En nu, in het vierde deel ‘Dina’s erfenis’ ook haar schoondochter Anna, die net als zij vecht voor haar zelfstandigheid en haar kleindochter Karna, die degene is die werkelijk ten onder dreigt te gaan aan de erfenis van haar grootmoeder.
Het begint direct al prachtig met de proloog waarin de reis van George Sand met Frédéric Chopin naar Mallorca (1838) beschreven wordt. Mallorca, waar Chopin zijn 24 preludes schreef. Een fragment waarvan de betekenis later in het verhaal duidelijk wordt.
In de vorm van een reportage beschrijft Frank Westerman zijn zoektocht naar overblijfselen van de oermens. Een vaak lastige zoektocht, eentje waarbij ook ontdekkingen naar boven komen die je relativeringsvermogen als expediteur danig op de proef stellen. Maar waar is de ‘missing link’? Bestaat die eigenlijk wel? En wat maakt dat de mens zich zo superieur voelt boven de andere dieren? Het is van alle tijden dat acceptatie van nieuwe vondsten vaak zo stroef is gegaan.
Direct voel ik de beklemming van een benauwend strenggelovige gemeenschap, met een hel en verdoemenis predikende pastoor die net zo gewelddadig is als andere mannen. Het verhaal wandelt langs de rauwe randjes van het leven in een klein, verpauperend provinciestadje, waar alcoholmisbruik, huiselijk geweld en onveilige thuissituaties voor jongeren aan de orde van de dag zijn, maar niemand doet er iets aan, ook de politie niet. Werkloosheid viert hoogtij en mensen zijn hard tegen elkaar. Maar aan de andere kant ook solidair in de verbeten zoektocht – de sociale controle heeft óók een positieve kant.
De beschrijving van de vieze, vervuilde omgeving, gecombineerd met de verstikkende atmosfeer van het eng-fanatiek religieuze Amerikaanse stadje Manson in 1990 is zo realistisch dat ik er fysiek van walg en het maar nauwelijks volhoud om die gedeeltes te lezen. Het contrast met het frissere, schonere Melbourne in het heden, 30 jaar later, kan bijna niet groter zijn.