Het thema van deze thriller intrigeert me direct. Florence, een jonge medewerkster bij een uitgeverij slaagt erin de assistent te worden van haar meest geliefde schrijfster, die dan plotseling verdwijnt. Als zijzelf dan aangezien wordt voor die schrijfster, neemt ze een overmoedig besluit, namelijk om het leven van de ze auteur over te nemen. Met alle gevolgen van dien, natuurlijk.
Het verhaal leest vlot weg, Andrews’ schrijfstijl is los en ontspannen, al duurt het wel even voordat een en ander goed op gang komt. Er gebeuren in het eerste deel allerlei dingen waarvan niet duidelijk is wat die met het verhaal te maken zullen hebben, tot het moment dan plotseling daar is en het assistentschap van Florence – nu in een sneltreinvaart! – een feit wordt. Maar dan zijn we al op pagina 70 en je kunt je nog steeds afvragen of dit echt zo lang had moeten duren. We weten dat er een persoonsverwisseling aankomt, want die spoiler staat in de tekst op de achterkaft; aanwijzingen hiervoor vallen wel op, daar hoef je geen buitengewoon opmerkzaam lezer voor te zijn.
Florence komt op mij over als een vreemde vrouw, waarmee ik me niet echt kan vereenzelvigen. Ik weet niet eens of ik haar wel sympathiek vindt. Ze maakt als karakter een bijzondere ontwikkeling door, opportunisme is haar niet vreemd.
Maar Andrews houdt haar lezers goed bij de les door het verhaal een paar onverwachte wendingen te geven, waardoor het in de tweede helft een stroomversnelling komt. De afloop van het zeer onderhoudende verhaal blijft tussen de schrijfster, de lezer en het hoofdpersonage. Dat is leuk.
Er zijn echter een paar storende redactionele missertjes, of slecht vertaalde woorden. Zo kom ik ergens op de eerste pagina’s het woord ‘lidmaat’ tegen. Na even nadenken besefte ik dat het enkelvoud van ‘ledematen’ bedoeld wordt. Maar wie zegt nou ooitlidmaat? Noem het dan ‘lichaamsdeel’. Halverwege stuitte ik op ‘zowel de stad als de villa weken in hun achteruitkijkspiegel’, hetgeen een beetje onbeholpen vertaling is. Gelukkig bleef het hierbij en staat dit heel aardige debuut van Alexandra Andrews niet vol met dergelijke dwalingen in de vertaling.
Uitgeverij Cargo, 2021
348 pagina’s