
De vrouwen van de Leeuwenhof, deel 3
In dit derde, tevens laatste deel van de Leeuwenhof-serie zijn we inmiddels aanbeland in de jaren ’60. We volgen de nieuwe generatie van de familie Lejongård in de persoon van Solveig. Een grote dosis pech en ongeluk wordt haar niet bespaard, voordat ook zij besluit om zich te vestigen op De Leeuwenhof en haar leven aan het familielandgoed wil gaan wijden.
Ik kan erg genieten van Bomanns geweldige beschrijvingen van het Zweedse landschap, de natuur en het tijdsbeeld, die mij als lezer het gevoel geven aanwezig te zijn op locatie.
Solveig is niet een heel aansprekende persoonlijkheid. Ze volgt niet een duidelijke lijn, ze beweegt mee met de wind, en hoewel ze zich laat voorstaan standvastig en onvermurwbaar te zijn, op het rigide af, blijkt dat toch meestal niet het geval te zijn. Terwijl Bomann erg langdradig kan zijn in haar verhaal, worden wijzigingen in Solveig inzichten of levensvisie juist vaak erg afgeraffeld, op die momenten ontbreekt dan inzicht in Solveigs diepere zielenroerselen. Solveig is ondanks al haar ijzeren regels en voornemens toch wel heel makkelijk beïnvloedbaar, zelfs op het brave af. Een en ander komt een beetje gemaakt over.
Storend zijn de vele zinnen in vragende vorm. Dit is een maniertje dat Bomann voortdurend gebruikt om wat drama te suggereren, maar zoals met alle trucjes gaat het irriteren als ze te vaak gebruikt worden. Helaas slaagt zij er niet in om werkelijk drama, zoals de aanslag tijdens de Olympische spelen in München, diep te laten doordringen. Op zulke momenten blijft het blijft vluchtig en oppervlakkig, ook Solveigs reacties op de gebeurtenissen in het Olympisch dorp zijn zijdelings, nonchalant, ze doen onecht aan.
Bomann stopt in haar boeken een flinke portie romantiek, maar die is mij iets te zoetig. Haar schrijfstijl neigt naar het sentimentele, het is bijna zwijmelend te noemen. Net als in de eerste twee delen van de trilogie barst het van de vele overbodige zinnen, van veel teveel uitleg en herhalingen. Maar soms is de vertaling ook wel een beetje tenenkrommend, dat zou beter kunnen. ‘Een gezicht zetten’, of zelfs ‘een gezicht maken’, bijvoorbeeld, wat helaas herhaaldelijk in het boek gebruikt wordt, zal best anders beschreven kunnen worden, minder germanistisch en meer Nederlands wellicht
Maar laat ik niet vergeten dat De vrouwen van de Leeuwenhof precies is wat Bomann wilde schrijven en waar haar lezers van smullen, namelijk romans over sterke vrouwen, op zoek naar liefde, geborgenheid en een zekere toekomst. Niets meer en iets minder. Daarin is zij, niet in de laatste plaats door haar pakkende stijl, zeer zeker geslaagd. Deze schrijfstijl heeft ervoor gezorgd dat ik ondanks mijn bedenkingen in het achterhoofd wilde weten hoe het verder ging met de familie Lejongård, hoe het afloopt met De Leeuwenhof. Maar toch. Achteraf gezien? Het eerste deel, Agneta’s verhaal, vond ik de beste van de drie.
De Boekerij, 2021
536 pagina’s