
Augusta Hope is de helft van een tweeling. Met haar zus Julia heeft ze een diepe band, maar de twee verschillen als dag en nacht in zowel uiterlijk , karakter als interesses. Terwijl Augusta uit de bekrompenheid van haar leven wil ontsnappen, streeft Julia een rustig leven na met echtgenoot en een eigen gezin in de woonplaats van hun jeugd.
Augusta heeft een diepe interesse in taal. Gedichten spelen dan ook een grote rol in het boek en die leiden haar uiteindelijk naar Spanje.
Parfait , een vluchteling uit Burundi, komt op zoek naar een beter leven ook aan in Spanje. Zijn leven raakt dat van Augusta soms zonder dat ze dit zelf weten. Glen weeft er heel subtiel omheen, ze legt nergens de nadruk op, zegt niets, maar laat het ons wel degelijk voelen.
Het boek is opgebouwd in zeer mooi in elkaar verweven hoofdstukken, afwisselend vanuit Augusta en Parfait geschreven.
Wat schrijft Glen prachtig. Ze heeft een geraffineerde stijl, met heel korte zinnen op heftige momenten, waaruit totale paniek bij de personages je bij de keel grijpt. Ook wandelt ze rustig langs passages, waarbij je je steeds afvraagt wat ze nu eigenlijk zegt. Met subtiele hints prikt ze tussendoor naar een dramatische gebeurtenis die plaatsgevonden heeft, maar die pas veel later benoemd wordt.
Op de omslag van het boek staan twee libellen in spiegelbeeld, een metafoor die in het verhaal steeds opduikt.
De andere helft van Augusta Hope is prachtig. Een verhaal over liefde en rouw, het volgen van je eigen weg, gehechtheid en losmaken, schuld en schuldgevoel. Het is zo bijzonder dat het voor de auteur lastig zal zijn om dit in een eventueel volgend boek te evenaren.
Uitgeverij Orlando, 2019
334 pagina’s